Armoede is een
relatief
begrip. Internationaal wordt de grens van US$ 1 per dag gehanteerd,
terwijl we in Nederland het eerder over € 1000 per maand hebben. Daar zit een
factor 30 verschil tussen. Blijkbaar is de armoedegrens sterk bepaald door de
economische omstandigheden in een land.
De vraag is daarmee
gelegitimeerd wat je als luxe ziet en wat als noodzakelijke basisvoorzieningen.
Eén zaak, waar je eigenlijk nooit iemand over hoort, is dat alleenstaanden een
hogere uitkering krijgen dan samenwonenden (per persoon). Je kunt het voeren
van een eenpersoonshuishouden echter net zo goed als luxe beschouwen. Studenten
en ouderen worden immers ook in studentenhuizen en verzorgingshuizen
ondergebracht.
Of het basisinkomen
de armoede in Nederland gaat oplossen is daarmee afhankelijk van twee zaken:
1. Kan iedereen een
inkomen verwerven (de som van het basisinkomen, inkomsten uit werk, inkomsten
uit pensioenen en vermogen en eventuele aanvullende uitkeringen voor specifieke
doelgroepen) dat boven de armoedegrens uitkomt?
2. Gaat het inkomen
van de minst verdienende harder omhoog dan de armoedegrens?
Beide vragen zijn
lastig te beantwoorden. Ten eerste is het antwoord afhankelijk van de hoogte
van een basisinkomen. Ik ga ervan uit dat dit rond de hoogte van de huidige
bijstandsuitkering ligt. Dat is netto zo'n 900 euro per maand. Nu krijgt een
bijstandstrekker daar nog ruim € 200 zorg- en huurtoeslag bij. Totaal dus €
1100 netto.
De armoedegrens voor
een eenpersoonshuishouden ligt rond de €1000 per maand (zie https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2015/51/armoede-is-hardnekkig-maar-groei-stabiliseert).
Een basisinkomen van € 1100 euro (dat dus net zo duur is als het huidige
stelsel van sociale zekerheid!) zorgt er dus voor dat iedereen boven de
armoedegrens komt. Een samenwonend stel in de bijstand krijgt nu overigens
€1600 per maand, inclusief toeslagen. Dus een basisinkomen van €800 is ook best
verdedigbaar. Dan moet je maar een huishouden met iemand anders delen om van
een basisinkomen alleen rond te komen.
De tweede vraag is
ook lastig te beantwoorden. Zoals gesteld in eerdere posts op dit blog, is het
reëel te verwachten dat de economie gaat groeien door het basisinkomen. Met een
groeiende economie stijgen meestal ook de prijzen. Een gezin met een laag inkomen
besteedt ongeveer 45% van zijn inkomen aan vaste lasten. Als de prijzen
stijgen, zal dat percentage dus ook omhoog gaan. Hierdoor blijft er dus nog
minder geld over voor andere zaken. Naast de prijzen zal, bij een groeiende
economie, ook de armoedegrens omhoog gaan (immers rijkere landen hanteren een
hogere armoedegrens).
De invoering van het
basisinkomen is voor mij onlosmakelijk verbonden met het afschaffen van het
minimumloon. Dit levert natuurlijk prijsdruk op voor laaggeschoolde arbeid. Dat
wordt gecompenseerd door het basisinkomen. Maar wat de exacte uitwerking op het
totale inkomen in verhouding tot de armoedegrens gaat zijn, is nog niet zo
makkelijk te bepalen.