donderdag 19 mei 2016

Basisinkomen, het einde van armoede?


Armoede is een relatief
begrip. Internationaal wordt de grens van US$ 1 per dag gehanteerd, terwijl we in Nederland het eerder over € 1000 per maand hebben. Daar zit een factor 30 verschil tussen. Blijkbaar is de armoedegrens sterk bepaald door de economische omstandigheden in een land.

De vraag is daarmee gelegitimeerd wat je als luxe ziet en wat als noodzakelijke basisvoorzieningen. Eén zaak, waar je eigenlijk nooit iemand over hoort, is dat alleenstaanden een hogere uitkering krijgen dan samenwonenden (per persoon). Je kunt het voeren van een eenpersoonshuishouden echter net zo goed als luxe beschouwen. Studenten en ouderen worden immers ook in studentenhuizen en verzorgingshuizen ondergebracht.

Of het basisinkomen de armoede in Nederland gaat oplossen is daarmee afhankelijk van twee zaken:
1. Kan iedereen een inkomen verwerven (de som van het basisinkomen, inkomsten uit werk, inkomsten uit pensioenen en vermogen en eventuele aanvullende uitkeringen voor specifieke doelgroepen) dat boven de armoedegrens uitkomt?
2. Gaat het inkomen van de minst verdienende harder omhoog dan de armoedegrens?

Beide vragen zijn lastig te beantwoorden. Ten eerste is het antwoord afhankelijk van de hoogte van een basisinkomen. Ik ga ervan uit dat dit rond de hoogte van de huidige bijstandsuitkering ligt. Dat is netto zo'n 900 euro per maand. Nu krijgt een bijstandstrekker daar nog ruim € 200 zorg- en huurtoeslag bij. Totaal dus € 1100 netto.

De armoedegrens voor een eenpersoonshuishouden ligt rond de €1000 per maand (zie https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2015/51/armoede-is-hardnekkig-maar-groei-stabiliseert). Een basisinkomen van € 1100 euro (dat dus net zo duur is als het huidige stelsel van sociale zekerheid!) zorgt er dus voor dat iedereen boven de armoedegrens komt. Een samenwonend stel in de bijstand krijgt nu overigens €1600 per maand, inclusief toeslagen. Dus een basisinkomen van €800 is ook best verdedigbaar. Dan moet je maar een huishouden met iemand anders delen om van een basisinkomen alleen rond te komen.

De tweede vraag is ook lastig te beantwoorden. Zoals gesteld in eerdere posts op dit blog, is het reëel te verwachten dat de economie gaat groeien door het basisinkomen. Met een groeiende economie stijgen meestal ook de prijzen. Een gezin met een laag inkomen besteedt ongeveer 45% van zijn inkomen aan vaste lasten. Als de prijzen stijgen, zal dat percentage dus ook omhoog gaan. Hierdoor blijft er dus nog minder geld over voor andere zaken. Naast de prijzen zal, bij een groeiende economie, ook de armoedegrens omhoog gaan (immers rijkere landen hanteren een hogere armoedegrens).

De invoering van het basisinkomen is voor mij onlosmakelijk verbonden met het afschaffen van het minimumloon. Dit levert natuurlijk prijsdruk op voor laaggeschoolde arbeid. Dat wordt gecompenseerd door het basisinkomen. Maar wat de exacte uitwerking op het totale inkomen in verhouding tot de armoedegrens gaat zijn, is nog niet zo makkelijk te bepalen.

dinsdag 3 mei 2016

Basisinkomen: zijn de ouderen en gehandicapten het haasje?

Het Basisinkomen zou moeten zijn wat het woord letterlijk betekend: een basis voor je (totale) inkomen. Het is zaak om het niveau van het Basisinkomen zodanig te kiezen, dat het ook werkelijk mensen motiveert om te werken naar vermogen. Maar wat als je niet in staat bent om te werken? Wat te doen als je kosten voor levensonderhoud buiten je schuld om veel hoger zijn?

Voor veel mensen met een beperking geldt dat ze door hun beperking niet in staat zijn om een volledige bijdrage te leveren in het arbeidsproces. Zij zullen het dus moeilijker hebben om hun Basisinkomen aan te vullen tot een behoorlijk inkomen. De oplossing zou hier moeten zijn om een inschatting te maken van het percentage productiviteitsverlies door hun beperking. Dat percentage zou dan door de overheid gecompenseerd kunnen worden. De kosten, die zo'n beperking met zich meenemen, kunnen -net als nu- via de langdurige zorg worden vergoed.

In andere gevallen zullen mensen met een beperking wel een goed inkomen kunnen verwerven, maar moeten daarvoor extra kosten gemaakt worden. Een voorbeeld daarvan is het aanpassen van een werkplek voor iemand in een rolstoel. Binnen de huidige Participatiewet zijn er al mogelijkheden om de extra kosten door de overheid te laten subsidiëren. Er is geen reden om daar na invoering van het Basisinkomen mee te stoppen. Hier verandert er dus niets.

Voor ouderen geldt een hele andere denklijn. Ten eerste is de invoering van het basisinkomen een prima moment om van de harde AOW-gerechtigde leeftijd af te stappen. De AOW wordt vervangen door het Basisinkomen. Als je wilt stoppen met werken, kan dat dus op je 67e maar ook op je 72e, als je dat wilt. De scheve concurrentie positie tussen een 66-jarige zonder AOW en een 67-jarige met is immers verdwenen. Eerder stoppen kan natuurlijk ook!

Maar er komt (voor iedereen) een moment waarop het werken moeilijker wordt. Als je een mooi pensioen hebt opgebouwd, is dat niet zo'n probleem. Je krijgt nog steeds het Basisinkomen en kan dat dan aanvullen met je pensioen. Heb je geen pensioen opgebouwd, dan kunnen er twee dingen aan de hand zijn. Of je hebt niet gespaard (terwijl je wel een inkomen had waarmee dat zou kunnen) en dan moet je ook maar op de blaren zitten. Of je hebt een zodanig laag inkomen gehad dat je geen pensioen kon opbouwen. In dat geval ga je er financieel dus niet zo enorm op achteruit.

Al met al is de conclusie dat gehandicapten en ouderen zeker niet het haasje hoeven te zijn wanneer het basisinkomen wordt ingevoerd.