woensdag 21 september 2016

Voelt u zich al wat beter?

Stel je bent ziek. Je hebt bijvoorbeeld psychische zorg nodig. Dan ga je op zoek naar een organisatie die je kan helpen weer beter te worden. Waar zou jij dan opletten?

Als ik de politiek mag geloven, moeten we vooral uitkijken voor organisaties waarvan de directeuren zich een topsalaris toekennen. Uitbuiting van medewerkers mag natuurlijk ook niet. En nu mogen zorgverleners vooral ook niet teveel winst maken (zie bijvoorbeeld de zorg-bv die winst maakt).

Voelt u zich al wat beter? Nee, natuurlijk niet. Het gaat u vooral om dat de organisatie u beter maakt en dat het liefst op een beetje klantvriendelijke manier. U bent vooral geïnteresseerd in medische prestaties en klanttevredenheid.

Toch willen we liever niet dat ons belastinggeld verdwijnt in de diepe zakken van ondernemers en directeuren. Dus bedenken we allerlei regels, zoals de Wet Normering Topinkomens. De Tilburgse hoogleraar Verbon pleit zelfs voor een verbod van bv's in de zorg.

Zouden we niet veel beter erop sturen dat organisaties, die slecht presteren, zich gaan verbeteren? Dat kan door, net als bij ziekenhuizen, de prestaties verplicht te publiceren. Dan moet dit wel allemaal met vergelijkbare cijfers, maar dat gaat vast lukken. Zelf zou ik graag kiezen voor een zorgverlener met een dikke voldoende. Zo doen we dat op IENS en TripAdvisor toch ook?

En zolang we met elkaar het gevoel hebben dat er organisaties zijn, die goed presteren en ook nog voldoende verdienen voor topsalarissen en woekerwinsten, dan kunnen de tarieven voor de zorgverlening dus blijkbaar omlaag. Dan zal er wel eens een bedrijf failliet gaan, omdat die het niet meer kan bolwerken. Maar is dat niet gewoon de consequentie van marktwerking? Dat doet misschien even pijn, maar zachte heelmeesters maken nu eenmaal stinkende wonden. En in dit geval is dat te hoge tarieven om inefficiënte organisaties in stand te houden.

maandag 29 augustus 2016

Big data is controlling you

Twee weken geleden schreef ik hier een artikel over de rol van de Europese centrale banken bij het stimuleren van de economie. De centrale banken stimuleren de economie door staats- en bedrijfsobligaties op te kopen. Waarbij de centrale banken teveel risico op de balans nemen en feitelijk gaan speculeren.

In een interview met Dirk Helbing in NRC wordt daar nog een extra aspect toegevoegd. De hoogleraar stelt daarin dat door het opkopen van bedrijfsobligaties nog een ander negatief bijeffect ontstaat: "Door dit soort staatsingrijpen in de economie worden we steeds meer een geplande maatschappij, een commando-economie. Overheden bepalen mede welke bedrijven het goed doen op de beurs, en sturen zo de economie."

Hij trekt het probleem breder en stelt dat de digitalisering en big data de wereld aan het veranderen zijn. Overheden gebruiken hun machtspositie om hun grip op de maatschappij te versterken en dat werkt niet.

De digitale revolutie begon zo mooi met het internet. Vrije informatie voor iedereen, een platform voor vrije meningsuiting. De daarop volgende sociale media speelde zelfs een belangrijke rol in de Arabische Lente.

Maar nu lijken overheden en grote bedrijven ook niet stil gezeten te hebben. En ze lijken een voorsprong te hebben. Juist zij hebben het geld en de expertise om big data in te zetten voor hun eigen voordeel.


Dus geen "big brother is watching you", maar "big data is controlling you".

vrijdag 26 augustus 2016

Gratis verlof voor jonge vaders

Deze week stelt D66 voor dat vaders 3 maanden betaald verlof krijgen bij de geboorte van een kind.

Het argument is dat je zo de tijd hebt om beter een band met je kind op te bouwen en ook de zorgtaken binnen het gezin beter kunt verdelen. Volgens mij heb je nu echter al recht op 26 weken ouderschapsverlof. Dat is weliswaar onbetaald. Dus zou de discussie vooral moeten gaan over de betaling.

Ik ga er vanuit dat veel vaders slechts parttime verlof zullen nemen. In mijn omgeving gebeurt het al vaak dat vaders, zeker de eerste jaren, een dagje minder gaan werken. Dat is een eigen keuze en daar moet je dan zelf voor betalen (en dus, indien nodig, sparen). Want wie gaat er controleren of die vrije dag achter de kinderwagen of achter het golfkarretje wordt besteed?

maandag 22 augustus 2016

Basisinkomen en onbetaald werk

In het NRC van 9 juli stond een stuk van Kim Putters (directeur SCP) over een nieuw sociaal contract dat in Nederland nodig is om de polarisatie tegen te gaan.

Ergens in dat stuk zegt zij: "Waardeer naast betaald ook onbetaald werk: debatteer over een basisinkomen." Blijkbaar is volgens haar het Basisinkomen een middel om mensen, die onbetaald werk doen, toch te waarderen.

Dit is wel een vreemde logica. Het is een beetje als tegen je kinderen zeggen: "Om diegene, die zijn kamer netjes opruimt, te belonen, krijgt iedereen een koekje. Ook degene die zijn kamer niet heeft opgeruimd."

Volgens mij heeft onbetaald werk in de regel een intrinsieke waardering, anders zouden mensen het niet doen. Het Basisinkomen kan een voorwaarde scheppen voor onbetaald werk, maar nooit een waardering zijn.


vrijdag 19 augustus 2016

Basisinkomen en de arbeidsmarkt

S. De Beter schreef een paar weken geleden een artikel over het Basisinkomen en de arbeidsmarkt.
Een interessante blog, met een scherpe analyse van het effect van het basisinkomen op de flexibiliteit van de arbeidsmarkt en de loonkosten voor werkgevers. Wel een paar kanttekeningen:

1. De Beter stelt baangaranties en basisbanen voor als middel om mensen bij de arbeidsmarkt te betrekken. Ik houd zelf niet zo van baangaranties en basisbanen. Dit gaat immers uit van het principe dat (sommige) mensen niet voor zichzelf kunnen zorgen. Ik kijk liever naar de kracht van mensen. Veel gemeenten helpen werkzoekenden nu met het opdoen van vaardigheden. Dat zou veel beter passen.

2. Daarnaast stelt hij voor om de lasten beter te verdelen tussen werkgevers en werknemers. De idee van het belasten van bedrijven i.p.v. werknemers is een schijnconstructie. Belasting wordt geheven op transacties. Vaak zijn dit transacties tussen werkgevers en werknemers. Dat een deel feitelijk bij de werkgever en een ander deel bij de werknemer wordt opgehaald, doet daar verder niets aan af. Gezamenlijk betalen zij hetzelfde bedrag. Ik zie meer in de suggestie die ook Frank Scholtens in zijn reactie op het artikel doet om het beslag op natuurlijke bronnen te belasten. Zo is alleen de Nederlandse bodem al 40 miljard euro per jaar waard (Constanza e.a., zie b.v. http://politiekezin.blogspot.nl/2016/04/is-het-basisinkomen-liberaal.html). Belasting op grondgebruik zou dus ook best een interessante optie kunnen zijn.

3. De Beter maakt onderscheid tussen insiders (mensen met een vaste aanstelling) en outsiders (flexwerkers, ZZP-ers en werkzoekenden). Hij stelt dat insiders, die ontevreden zijn met hun werk, makkelijker een andere baan gaan vinden door het basisinkomen. Ik geloof er niets van dat insiders, die insider willen blijven, iets aan het basisinkomen hebben. Het voordeel ligt vooral bij outsiders, die outsider willen blijven (inkomensdalen worden gedempt); bij insiders die eigenlijk outsider willen worden (het is b.v. makkelijker om ZZP-er te worden) en bij outsiders die eigenlijk insider willen worden (het wordt voor bedrijven makkelijker om mensen aan te nemen, mits de invoering van het basisinkomen gepaard gaat met de afschaffing van het minimum loon en de flexibilisering van de arbeidsmarkt).

maandag 15 augustus 2016

Centrale banken moeten niet speculeren

Voor de zomer stond er een zeer lezenswaardig artikel over het opkopen van staats- en bedrijfsobligaties door de centrale banken in het NRC.

Volgens mij wordt in het artikel echter één ding over het hoofd gezien. Het opkopen van obligaties door de centrale banken betekent niet anders dan dat de commerciële banken hun obligaties met de centrale bank ruilt voor geld.

Nu zit er in de staats- en bedrijfsobligaties natuurlijk een bepaald risico ingebakken, namelijk dat de uitgever van de obligaties het beloofde bedrag niet kan uitkeren. Hiermee krijgen de centrale banken dus een risico op hun balans te staan, die er volgens mij niet moet zijn. Ze worden daarmee ook conjunctuur gevoelig. Juist op het moment dat het economisch moeilijk gaat, kan een centrale bank een stimulerende rol spelen. Maar als op dat moment hun obligaties verdampen, omdat bedrijven failliet gaan, wordt dat extra lastig gemaakt.

Dit soort risico's horen bij het speculeren op de beurs en dat zouden centrale banken niet moeten doen. Centrale banken moeten een financiële markt organiseren, niet op die markt participeren.

donderdag 19 mei 2016

Basisinkomen, het einde van armoede?


Armoede is een relatief
begrip. Internationaal wordt de grens van US$ 1 per dag gehanteerd, terwijl we in Nederland het eerder over € 1000 per maand hebben. Daar zit een factor 30 verschil tussen. Blijkbaar is de armoedegrens sterk bepaald door de economische omstandigheden in een land.

De vraag is daarmee gelegitimeerd wat je als luxe ziet en wat als noodzakelijke basisvoorzieningen. Eén zaak, waar je eigenlijk nooit iemand over hoort, is dat alleenstaanden een hogere uitkering krijgen dan samenwonenden (per persoon). Je kunt het voeren van een eenpersoonshuishouden echter net zo goed als luxe beschouwen. Studenten en ouderen worden immers ook in studentenhuizen en verzorgingshuizen ondergebracht.

Of het basisinkomen de armoede in Nederland gaat oplossen is daarmee afhankelijk van twee zaken:
1. Kan iedereen een inkomen verwerven (de som van het basisinkomen, inkomsten uit werk, inkomsten uit pensioenen en vermogen en eventuele aanvullende uitkeringen voor specifieke doelgroepen) dat boven de armoedegrens uitkomt?
2. Gaat het inkomen van de minst verdienende harder omhoog dan de armoedegrens?

Beide vragen zijn lastig te beantwoorden. Ten eerste is het antwoord afhankelijk van de hoogte van een basisinkomen. Ik ga ervan uit dat dit rond de hoogte van de huidige bijstandsuitkering ligt. Dat is netto zo'n 900 euro per maand. Nu krijgt een bijstandstrekker daar nog ruim € 200 zorg- en huurtoeslag bij. Totaal dus € 1100 netto.

De armoedegrens voor een eenpersoonshuishouden ligt rond de €1000 per maand (zie https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2015/51/armoede-is-hardnekkig-maar-groei-stabiliseert). Een basisinkomen van € 1100 euro (dat dus net zo duur is als het huidige stelsel van sociale zekerheid!) zorgt er dus voor dat iedereen boven de armoedegrens komt. Een samenwonend stel in de bijstand krijgt nu overigens €1600 per maand, inclusief toeslagen. Dus een basisinkomen van €800 is ook best verdedigbaar. Dan moet je maar een huishouden met iemand anders delen om van een basisinkomen alleen rond te komen.

De tweede vraag is ook lastig te beantwoorden. Zoals gesteld in eerdere posts op dit blog, is het reëel te verwachten dat de economie gaat groeien door het basisinkomen. Met een groeiende economie stijgen meestal ook de prijzen. Een gezin met een laag inkomen besteedt ongeveer 45% van zijn inkomen aan vaste lasten. Als de prijzen stijgen, zal dat percentage dus ook omhoog gaan. Hierdoor blijft er dus nog minder geld over voor andere zaken. Naast de prijzen zal, bij een groeiende economie, ook de armoedegrens omhoog gaan (immers rijkere landen hanteren een hogere armoedegrens).

De invoering van het basisinkomen is voor mij onlosmakelijk verbonden met het afschaffen van het minimumloon. Dit levert natuurlijk prijsdruk op voor laaggeschoolde arbeid. Dat wordt gecompenseerd door het basisinkomen. Maar wat de exacte uitwerking op het totale inkomen in verhouding tot de armoedegrens gaat zijn, is nog niet zo makkelijk te bepalen.

dinsdag 3 mei 2016

Basisinkomen: zijn de ouderen en gehandicapten het haasje?

Het Basisinkomen zou moeten zijn wat het woord letterlijk betekend: een basis voor je (totale) inkomen. Het is zaak om het niveau van het Basisinkomen zodanig te kiezen, dat het ook werkelijk mensen motiveert om te werken naar vermogen. Maar wat als je niet in staat bent om te werken? Wat te doen als je kosten voor levensonderhoud buiten je schuld om veel hoger zijn?

Voor veel mensen met een beperking geldt dat ze door hun beperking niet in staat zijn om een volledige bijdrage te leveren in het arbeidsproces. Zij zullen het dus moeilijker hebben om hun Basisinkomen aan te vullen tot een behoorlijk inkomen. De oplossing zou hier moeten zijn om een inschatting te maken van het percentage productiviteitsverlies door hun beperking. Dat percentage zou dan door de overheid gecompenseerd kunnen worden. De kosten, die zo'n beperking met zich meenemen, kunnen -net als nu- via de langdurige zorg worden vergoed.

In andere gevallen zullen mensen met een beperking wel een goed inkomen kunnen verwerven, maar moeten daarvoor extra kosten gemaakt worden. Een voorbeeld daarvan is het aanpassen van een werkplek voor iemand in een rolstoel. Binnen de huidige Participatiewet zijn er al mogelijkheden om de extra kosten door de overheid te laten subsidiëren. Er is geen reden om daar na invoering van het Basisinkomen mee te stoppen. Hier verandert er dus niets.

Voor ouderen geldt een hele andere denklijn. Ten eerste is de invoering van het basisinkomen een prima moment om van de harde AOW-gerechtigde leeftijd af te stappen. De AOW wordt vervangen door het Basisinkomen. Als je wilt stoppen met werken, kan dat dus op je 67e maar ook op je 72e, als je dat wilt. De scheve concurrentie positie tussen een 66-jarige zonder AOW en een 67-jarige met is immers verdwenen. Eerder stoppen kan natuurlijk ook!

Maar er komt (voor iedereen) een moment waarop het werken moeilijker wordt. Als je een mooi pensioen hebt opgebouwd, is dat niet zo'n probleem. Je krijgt nog steeds het Basisinkomen en kan dat dan aanvullen met je pensioen. Heb je geen pensioen opgebouwd, dan kunnen er twee dingen aan de hand zijn. Of je hebt niet gespaard (terwijl je wel een inkomen had waarmee dat zou kunnen) en dan moet je ook maar op de blaren zitten. Of je hebt een zodanig laag inkomen gehad dat je geen pensioen kon opbouwen. In dat geval ga je er financieel dus niet zo enorm op achteruit.

Al met al is de conclusie dat gehandicapten en ouderen zeker niet het haasje hoeven te zijn wanneer het basisinkomen wordt ingevoerd.

dinsdag 26 april 2016

Basisinkomen: Zou het ons verlossen van Poolse vrachtwagenchauffeurs?

Ons land is één van de rijkste landen ter wereld. Dat heeft voor een groot deel te maken met onze hoge productiviteit. Gemiddeld genomen wordt er veel geproduceerd en zijn de lonen ook relatief hoog. Die relatief hoge productiviteit geldt echter niet voor iedereen. Een Nederlandse vrachtwagenchauffeur zal nauwelijks productiever zijn dan bijvoorbeeld een Poolse.

De loonkosten van een Poolse chauffeur zijn echter wel veel lager. De levensstandaard in Polen is immers lager en een Pool zal met een lager loon genoegen nemen als een Nederlander. Met het loon van een Poolse chauffeur zal een Nederlander in Nederland niet uitkomen. Het loon van de Pool zal zelfs onder het minimum loon in Nederland uitkomen.

Stel je nu eens voor dat je een internationaal transportbedrijf hebt. Je chauffeurs rijden het hele continent door. Dus waar hun stand- of woonplaats is, zal niet relevant voor je zijn. Kies je dan een dure Nederlander? Een blik op de weg leert dat veel Nederlandse transportbedrijven dat niet doen.

Het is daarom zaak dat de loonkosten voor dit soort werk in Nederland omlaag gaan, om nog te kunnen concurreren op de arbeidsmarkt. Eerder legde ik al vanuit macro-economisch perspectief dat het basisinkomen voor lagere lonen zorgt. Vanuit micro-economisch perspectief is het verschil groter, met name voor lager opgeleiden, bijvoorbeeld vrachtwagenchauffeurs.

Door de invoering van het basisinkomen is in de eerste levensbehoefte van de Nederlander voldaan. Hij zal voor zijn werk dus minder geld hoeven te vragen om toch rond te kunnen komen. Het loon zal veel lager dan het huidige minimum loon kunnen liggen. Zo kunnen Nederlandse vrachtwagenchauffeurs beter concurreren op de internationale arbeidsmarkt.

En zo verbeterd natuurlijk onze concurrentiepositie niet alleen ten opzichte van Oost-Europese vrachtwagenchauffeurs, maar ook ten opzichte van Aziatische lage lonen landen, Indiase ICT-ers, Marokkaanse garnalenpellers etc. etc. etc.

dinsdag 19 april 2016

Asielzoekers kosten geen geld maar energie


De kosten voor de opvang van asielzoekers is vorig jaar gestegen naar 800 miljoen euro. In 2014 was dit nog 300 miljoen (zie bijvoorbeeld http://www.nrc.nl/nieuws/2016/04/13/kosten-opvang-asielzoekers-naar-800-miljoen). Dat klinkt als een flinke smak extra geld. Maar het is zo'n 30 euro per inwoner en minder dan 0,1% van ons BNP. Maar hebben we het er ook slechter door gekregen?

De extra kosten voor de opvang is voor een groot deel natuurlijk arbeid. Alleen het COA nam al bijna 2000 extra mensen aan. Van de 800 miljoen aan uitgaven van het COA is 200 miljoen personeel. Dat vloeit dus direct in de portemonnees van Nederlandse burgers (en voor een deel via de belastingen dus weer terug in de staatskist).

Bijna 400 miljoen gaat op aan materieel en kapitaalgoederen. Het merendeel daarvan zal ook bij Nederlandse bedrijven terecht komen. Die kunnen dus weer extra mensen aannemen en hun winsten gaan omhoog.

Totaal 140 miljoen wordt besteed aan gezondheidskosten. Ook hier zal dit voor een groot deel bij Nederlandse bedrijven worden besteed. Dit leidt dus ook tot meer banen, minder uitkeringen etc.

Dan blijft 70 miljoen over die, in de vorm van o.a. week- en kleedgeld, direct aan de asielzoekers wordt uitgekeerd. Maar ook zij zullen die 70 miljoen weer voor een flink deel in Nederland besteden.

Er wordt dus flink wat belastinggeld uitgegeven aan de opvang van asielzoekers. Maar een flink deel hiervan komt uiteindelijk op de bankrekeningen van burgers en bedrijven terecht. We hebben daar wel met z'n allen iets harder voor moeten werken: ongeveer 0,1%, dat is 2 uur per persoon per jaar. En zeker met een werkeloosheid van zo'n 5% is dit toch niet echt een probleem.

Het is niet de bedoeling van deze blogpost om een discussie te voeren over de wenselijkheid van de opvang van tienduizenden asielzoekers in Nederland. Maar op het argument, dat het teveel geld kost, is best wat af te dingen. Asielzoekers kosten meer energie van burgers dan geld.

vrijdag 15 april 2016

Basisinkomen: zullen uitvoeringskosten echt omlaag gaan?

Een veel gehoord argument voor de invoering van het Basisinkomen is dat de uitvoeringskosten veel lager zijn dan die van het huidige stelsel van sociale zekerheid. Dat klinkt op zich logisch. Minder regels betekent minder uitvoeringskosten. Een onvoorwaardelijk Basisinkomen neemt ook de noodzaak van fraudebestrijding en toetsing op rechtmatigheid weg.

Maar een Basisinkomen is natuurlijk niet helemaal onvoorwaardelijk. Vergelijk het maar eens met de kinderbijslag. Ieder kind (of eigenlijk de ouders) ontvangt kinderbijslag, zonder voorwaarden. En toch is hier regelmatig fraude geconstateerd. Er zijn wel degelijk regels om voor kinderbijslag in aanmerking te komen. De kinderen moeten bijvoorbeeld wel bestaan. En er moet een relatie met Nederland zijn. Dit geldt ook voor het Basisinkomen. We zullen toch niet aan iedere Belg die zich meldt een uitkering geven?

Het doel van het Basisinkomen is om iedereen deel te kunnen laten nemen aan onze maatschappij. Als het Basisinkomen ertoe leidt dat mensen thuis op de bank gaan zitten, mist het zijn doel. Om die reden zal er nog steeds, zoals dat nu ook in de Participatiewet is vastgelegd, getoetst moeten worden of mensen wel hun best doen om een bijdrage naar vermogen te leveren. Nu kan het uiteindelijk leiden tot het stoppen van de uitkering en dat zal met het Basisinkomen niet meer kunnen. Maar de Tegenprestatie van de Participatiewet kan als maatregel ook na invoering van het Basisinkomen nog gewoon worden opgelegd. Ook hier zijn uitvoeringskosten mee gemoeid.

Tegenstanders van het Basisinkomen zeggen ook wel dat het zwart werken in de hand werkt en dat hierdoor de uitvoeringskosten van handhaving omhoog gaan. Dat is niet zo een heel sterk argument. Er is nu ook een financieel gewin te behalen met belastingontduiking en dat zal straks niet anders zijn. Dat moet dus nog steeds gehandhaafd worden. Door de vermindering van het aantal regels, zal de handhaving mogelijk wel eenvoudiger worden. Dat is dus goedkoper.

vrijdag 8 april 2016

Basisinkomen: Arbeid wordt goedkoop

Dat het basisinkomen invloed gaat hebben op de kosten van arbeid lijkt voor zowel voor- als tegenstanders vast te staan. En dat is ook wel logisch. Wanneer je de beloning van arbeid (of de beloning van het niet arbeiden) aanpast, zal dat een effect hebben op de vraag naar en aanbod van werk.

Er zijn mensen die zeggen dat arbeid goedkoper wordt. Met de invoering van het basisinkomen, is er immers geen noodzaak meer om een minimumloon te hebben. Ook zeer laagbetaalden hebben immers als basis hun basisinkomen. De salarissen kunnen dus omlaag. Uiteraard geldt dit alleen aan de onderkant van de markt. Het basisinkomen wordt meestal gecombineerd met een vlaktaks. Dit zorgt ervoor dat mensen met een hoger inkomen meer belasting betalen dan met een lager inkomen. Afhankelijk van het percentage van de vlaktaks, kunnen mensen met een hoger salaris dus zelfs meer belasting betalen (ik zal volgende week uitleggen dat dit niet noodzakelijk is!).

Er zijn ook mensen die zeggen dat arbeid juist duurder wordt. Doordat mensen al een basisinkomen hebben, wordt een gedeelte van de financiële prikkel weggenomen om te gaan werken. Alleen als de lonen omhoog gaan, zal deze prikkel weer zijn werk gaan doen.

Het lastige aan deze discussie, is dat het basisinkomen ook een effect kan (zal) hebben op het prijsniveau. Hogere lonen betekenen hogere prijzen. Hogere prijzen betekent inflatie en dat gaat normaal gesproken ten koste van de wisselkoers van de valuta van een land. Maar in ons geval zitten we in de Euro en zal ons relatief kleine landje maar heel beperkt invloed op de euro hebben. Daarnaast bewegen prijzen en lonen zich meestal in dezelfde richting zodat een deel ook nog tegen elkaar kan worden weggestreept.

Laten we beginnen met het tweede argument: arbeid wordt duurder, omdat mensen al een (basis)inkomen hebben. Dit is natuurlijk niet nieuw. Mensen die vanuit een uitkering gaan werken, hebben ook al een inkomen. Ja, ze worden achter hun broek gezeten om aan het werk te gaan. Maar de financiële prikkel is het verschil tussen de netto uitkering en het netto loon. Deze is nu al zeer klein. Hoe groot deze wordt na invoering van het basisinkomen, is afhankelijk van de hoogte van het basisinkomen.

Het eerste argument houdt meer steek. Het wordt mogelijk om voor zeer lage lonen te gaan werken. Mensen die voorheen nog vervelend werk deden, omdat ze met leuk werk niet voldoende verdienden, kunnen nu wel de stap naar leuk werk maken. De prikkel om aan het werk te gaan vanuit arbeidsvreugde neemt dus enorm toe. Er zullen dus voor veel banen meer kandidaten zijn, hetgeen de lonen zal drukken.

Door het wegvallen van het minimumloon zal ook de concurrentie vanuit (Europese) arbeidsmigranten groter worden. Zij kunnen nu beter op prijs concurreren, omdat de ondergrens van het minimumloon is weggevallen. Ook dit zal een drukkend effect op de lonen hebben.

Kortom: mijn verwachting is dat arbeid goedkoper zal worden.




Volgende week vrijdag beschouw ik een ander genoemd voordeel van het basisinkomen: het terugdringen van de uitvoeringskosten.

vrijdag 1 april 2016

Is het basisinkomen liberaal?


Over het gehele politieke spectrum van links naar rechts lijken de meningen over het Basisinkomen verdeeld te zijn. In dit artikel sta ik stil bij de vraag of het Basisinkomen liberaal is. Het antwoord daarop lijkt triviaal: een overheidsinmenging van 70 miljard is niet liberaal. Maar relevanter is de vraag: is het Basisinkomen liberaler dan het huidige stelsel van sociale zekerheid?

Laten we een stelsel van sociale zekerheid, gebaseerd of het Basisinkomen (ik zal het hierna gewoon Basisinkomen noemen) eens vergelijken met het huidige stelsel. Ik gebruik daarbij de 5 kernwaarden van de VVD:
1. Vrijheid. Het basisinkomen levert meer vrijheid op. Er zijn minder regels en verplichtingen voor de werklozen. Of de vrijheid van de werkenden er ook onder lijdt, is afhankelijk van de exacte invoering. Als er een nivellerend effect vanuit gaat, gaat het ten koste van de vrijheid van de belasting betaler (die heeft minder geld vrij te besteden). We streven dus naar een Basisinkomen zonder nivellering.
2. Verantwoordelijkheid. Door het wegnemen van verplichtingen komt de verantwoordelijkheid weer te liggen waar wij liberalen hem graag hebben: bij het individu. Of mensen ook daadwerkelijk invulling geven aan die verantwoordelijkheid, is weer een heel ander vraagstuk. Ik vraag me af of onze huidige regels en plichten daar op dit moment een wezenlijke bijdrage aan leveren. Veel gemeenten hebben bijvoorbeeld de tegenprestatie ingevoerd, maar passen die in praktijk nauwelijks toe. Hoezo dwang?
3. Sociale rechtvaardigheid. Gratis geld voor hen die niets doen. Dat klinkt niet mooi, maar is nu al werkelijkheid. Ook de bijstand is gratis geld. Weliswaar met flankerend beleid, maar toch geld zonder dat er iets tegenover staat. Wat wel sociaal rechtvaardiger is aan het Basisinkomen is dat mensen, die gaan werken, er ook echt financieel op vooruit gaan. Daarnaast is ons land (tenminste de natuurlijke hulpbronnen) volgens Constanza e.a. zo'n 40 miljard euro per jaar waard (zie http://www.esd.ornl.gov/benefits_conference/nature_paper.pdf). Dat is ongeveer 3.000 euro per volwassene per jaar. Het lijk mij rechtvaardig dat we die waarde gelijk onder de inwoners verdelen, want de natuur is van ons allemaal.
4. Gelijkwaardigheid. Een basisinkomen is gelijkwaardiger dan ons huidige stelsel. Nu is je uitkering afhankelijk van een aantal factoren. Bijvoorbeeld of je samenwoont en of je spaargeld hebt.
5. Verdraagzaamheid. Vanuit verdraagzaamheid zou je de keuzes, die anderen maken, moeten respecteren. Ik moet toegeven dat dat voor mij makkelijker gaat wanneer iemand in het Basisinkomen de ruimte vindt om weer naar school te gaan of een bedrijf te starten, dan wanneer iemand ervoor kiest de hele dag op de bank te gaan zitten. Maar het blijft de keuze van het individu.
Kortom: wanneer je het Basisinkomen vergelijkt met het huidige stelsel van sociale zekerheid, is het Basisinkomen liberaler.

vrijdag 25 maart 2016

Basisinkomen: Iedereen aan het werk


Het CPB heeft in haar policy brief  "De effectiviteitvan fiscaal Participatiebeleid" voorgerekend dat er, bij de invoering van een basisinkomen, voor sommige groepen werknemers een financiële prikkel is om minder te gaan werken.

Het basisinkomen levert voor grote groepen mensen echter ook een prikkel om aan het werk te gaan.

Ten eerste is er de armoede val. Wanneer iemand nu een bijstandsuitkering heeft, gaat hij er nauwelijks op vooruit als hij (laagbetaald) werk vindt. Soms gaat hij er zelf financieel op achteruit. Met de invoering van het basisinkomen is dit effect weg. Voor iedere euro die je verdient, ga je er financieel ook echt op vooruit.

Het wordt ook makkelijker om een eigen onderneming te beginnen. Wanneer je nu bijvoorbeeld zzp'er wordt, heb je geen recht meer op een uitkering. Als je niets verdient, heb je dus ook geen inkomen. Na de invoering van het basisinkomen heb je altijd dat basisinkomen om op terug te vallen. Dat is dus een prikkel voor mensen, die twijfelen of ze voor zichzelf gaan beginnen, om die stap echt te zetten.

Tenslotte zijn er nog de baantje, die mensen heel graag zouden doen, maar niet het minimumloon opbrengen. Met de invoering van het basisinkomen kan het minimumloon ook vervallen. Er kan dan immers geen sprake van uitbuiting meer zijn. Zelfs als de productiviteit van de medewerken, in die specifieke baan, onder het huidige minimumloon ligt, zullen mensen toch de baan eerder aannemen dan nu.

Verder zullen de loonkosten voor werkgevers gaan dalen. Dat zal ze dus stimuleren om eerder mensen aan te nemen. Maar daarover meer in het volgende artikel.

maandag 21 maart 2016

Gedifferentieerd pensioenfondsen korten als middel om sparen te straffen

Afgelopen woensdag stond een artikel in Vrij Nederland over de pensioenen. Kees Kraaijeveld zegt hierin: " Geef de sterkste schouders de grootste korting. Ontzie de kleine pensioentjes. Door bij het korten rekening te houden met de hoogte van de pensioenuitkering, nemen we gelijk weer wat afstand van de vreemde gewoonte dat wie veel verdient, fiscaal gefaciliteerd en vanzelfsprekend een hoog pensioen opbouwt. "

De hele idee achter het pensioensparen was juist dat iedereen een appeltje voor de dorst bewaarde, zodat zijn inkomen ook na zijn pensioendatum op peil zou blijven. Als we nu via de pensioenen gaan nivelleren, dan neem je de prikkel voor veel mensen om te gaan sparen weg. Vooral ZZP-ers met pensioen in eigen beheer kunnen flink sturen in wat zij opzij zetten voor later en wat niet.

Dat mensen, die veel verdienen, ook veel sparen lijkt mij een vanzelfsprekendheid, die we vooral in stand moeten houden. Hoe kun je anders je inkomen enigszins op peil houden? Zij betalen die premie overigens grotendeels zelf. De tijd dat werkgevers een forse bijdrage deden, is wel zo'n beetje voorbij.

Dat het fiscaal gefaciliteerd wordt, is correct. Maar is dat zo oneerlijk? Uiteindelijk wordt er wel belasting over betaald, maar alleen op een later moment. Je spaart weliswaar bruto, maar moet bij uitkering ook over het rendement belasting betalen. De eerste belastingschijf is weliswaar lager, maar vanaf 20.000 euro is alles gelijk. De eerste 10.000 euro is AOW. Dus alleen voor de eerste 10.000 euro is er belastingvoordeel. Dat is dus voor iedereen, die een beetje pensioen heeft opgebouwd gelijk.

Mensen met een hoger inkomen betalen hun hele leven al meer belasting, ook als ze met pensioen zijn. Ga ze nu niet nog extra korten, dat komt de solidariteit vast niet ten goede.

vrijdag 18 maart 2016

Basisinkomen: blijven we werken



In mijn vorige blog over het basisinkomen heb ik laten zien dat de invoering van het basisinkomen een herverdeling van inkomen geeft, ervan uitgaande dat iedereen gewoon blijft produceren.

Een veel gehoorde tegenwerping tegen het basis inkomen, is echter dat het luiheid in de hand zou werken. Als je gratis geld krijgt, waarom zou je er dan voor werken?

De vraag is echter voor wie dat dan geldt? Feitelijk blijft het verschil in beloning tussen werken en niet-werken gelijk. Nu krijg je een salaris voor het werk. Als je geen werk hebt krijg je een uitkering. Na invoering van het basisinkomen, krijg je nog steeds geld voor je werk en als je geen werk hebt, krijg je een basisinkomen. Als dat basisinkomen netto gelijk is aan de uitkering, verandert er voor de meeste mensen helemaal niets.

De enige groep mensen waar het echt een verschil maakt, is de groep die nu bij verlies van werk geen uitkering krijgt. Het zijn de tweeverdieners. In de CBP- Policy brief "De effectiviteit van fiscaal Participatiebeleid" wordt voorgerekend dat de participatie van vrouwen in samenwonende stellen met minderjarige kinderen met ruim 17% zal dalen.

Grosso modo rekent CPB voor dat de totale arbeidsparticipatie met 5% zal dalen. Voor een deel wordt dit gecompenseerd door een toename van de productiviteit van 1%. Blijft dus nog 4% over.

Ik heb echter op de middelbare school geleerd dat de productie en consumptie altijd met elkaar in evenwicht moeten blijven. Als de productie met 4% daalt, en al het andere blijft gelijk, dan moet ook de consumptie met 4% dalen. Maar wie gaan er dan minder consumeren? Als de consumptie gelijk blijft, zal de vraag naar arbeid opgevuld worden door hen die nu niet aan de bak kunnen komen. Met het huidige percentage jeugdwerkeloosheid lijkt dit dus eerder een zegen dan een vloek te zijn.

En dan heb ik het nog niet over het creëren van nieuw werk. Maar daarover meer in het volgende artikel.

vrijdag 11 maart 2016

Basisinkomen: is het betaalbaar?


Vorige week ben ik begonnen met een lijst argumenten voor en tegen het basisinkomen. Een veel gehoord argument tegen het basisinkomen is dat het onbetaalbaar zou zijn. Het CPB berekent in haar Policy brief "De effectiviteit van fiscaalParticipatiebeleid" dat een vlaktaks van 56,5% nodig is om een basisinkomen van € 8.246 te financieren.

Dat klinkt als heel veel, 56%, maar is dat het ook? In onderstaande grafiek blijkt dat het wel meevalt:
 



Iemand met een inkomen van € 100.000 gaat er € 4.400 op achteruit. Maar de meeste mensen, namelijk iedereen met een inkomen lager dan € 40.000 gaat erop vooruit! Het is evident dat het model van het CPB een inkomensnivellering tot gevolg heeft, maar dat maakt het nog niet betaalbaar. Er zijn ook vast varianten te bedenken, die het nivellerende effect wegnemen.

Daarnaast is het basisinkomen een herverdelingsinstrument. Iedere euro die iemand extra aan belasting betaalt, komt bij iemand anders terecht. Als we met zijn allen evenveel blijven produceren, dan is het totale inkomen dus gelijk. Alleen is het misschien anders verdeeld.

De volgende vraag is dus: zal de totale productie op peil blijven, wanneer we het basisinkomen gaan invoeren? Hierover meer in mijn volgende blog over het basisinkomen

donderdag 10 maart 2016

Geld strooien om de economie te redden?

Laatste dagen wordt er in de pers regelmatig gesproken over helikoptergeld. Zie bijvoorbeeld dit artikel in Trouw.Het zou mij zeer verbazen wanneer dit een oplossing zou zijn.

Historisch gezien zijn er twee manieren waarop geld ontstaan is. De eerste is als ruilmiddel. Marktpartijen zochten naar een manier om makkelijk te kunnen handelen. Als je kippen verkoopt en sla wilt kopen, moest je iemand vinden die sla verkoopt en toevallig ook nog kippen wilde kopen. Door goud (of een ander waardevol en lang houdbaar materiaal) te gebruiken, kon je kippen voor goud ruilen en vervolgens goud voor sla.

De tweede manier waarop geld ontstaan is, is door schuldbewijzen. Wanneer je iets van iemand wil kopen, maar je hebt even geen geld, kun je een schuldbewijs uitschrijven. Dit is het recht van de houder van het bewijs om in de toekomst iets van waarde van je te eisen. Het schuldbewijs kun je vervolgens met iemand anders ruilen voor iets wat jij graag wilt hebben. Zo wordt het schuldbewijs een ruilmiddel. Geld dus eigenlijk.

Nu is de goudstandaard al meer dan 40 jaar losgelaten. De eerste vorm van geld is dus verdwenen, waardoor alleen de tweede overblijft. Wanneer je nu via helikoptergeld geld gaat uitdelen, krijgt iemand een bezit. Daar moet dus altijd een schuld tegenover staan. Dit kan macro-economisch op twee manieren uitwerken: (1) de centrale bank heeft dus blijkbaar een schuld op zich genomen of (2) het geld (bezit) is minder waard geworden, waardoor bezit en schuld weer in evenwicht zijn.

De eerste is geen fijn scenario, omdat we juist banken en overheden willen met minder schulden. De tweede is misschien nog wel erger. Feitelijk wordt het helikopter geld met inflatie betaald. Mensen met veel bezit hebben meer last van inflatie en betalen hierdoor netto de rekening. Alleen mensen met een laag bezit (of veel schulden) gaan erop vooruit. Het is dus een herverdeling van rijkdom, waarbij de hardwerkende, succesvolle mensen belast worden met een probleem dat niet door hun is gecreëerd.

vrijdag 4 maart 2016

Basisinkomen - Introductie




De laatste tijd is er veel aandacht voor het fenomeen Basisinkomen. Verschillende gemeentes willen gaan experimenteren met iets wat zij Basisinkomen noemen. Er wordt in verschillende media aandacht aan besteed. Ook het CPB heeft een onderzoek naar het Basisinkomen gedaan.

De komende tijd wil ik het thema Basisinkomen gaan verkennen om te bepalen of het nu wel of geen goed idee is. Een eerste inventarisatie levert namelijk een groot aantal argumenten voor en tegen op.

Onder de voordelen treffen wij aan:
  1. Geen armoede meer
  2. Uitvoeringskosten sociaal domein omlaag
  3. Voorkomt armoedeval
  4. Voorkomt uitsluiting van mensen
  5. Stimuleert sociale werkzaamheid
  6. Minder regels
  7. Lagere zorgkosten
  8. Kansarmen gaan langer naar school
  9. Arbeidsmarkt wordt mobieler
  10. Iedereen kan een menswaardig bestaan opbouwen
Onder de nadelen treffen we aan:
  1. Oneerlijk voor harde werkers
  2. Belasting moet omhoog
  3. Spoort immigratie aan
  4. Werkt betuttelend
  5. Geen taak voor overheid
  6. Werkt alleen in sterk op landbouw gerichte maatschappij
  7. Voor sommige groepen (ouderen, gehandicapten) zal het basisinkomen aangevuld moeten worden
  8. Het is onzin hogere inkomens gratis geld te geven
  9. Het verkleint het instrumentarium van de overheid voor fiscale maatregelen
  10. Het verstoort de economie
  11. De met het basisinkomen verbonden hogere belastingen stimuleert zwart werken en vraag meer controle (en dus kosten)
Opvallend is dat er ook een aantal argumenten is dat afwisselend als argument voor of tegen het basisinkomen wordt gebruikt:
  1. Werkt nivellerend; sommigen vinden dit een voordeel, anderen een nadeel
  2. Sommigen zeggen dat arbeid wordt goedkoper voor werkgevers, ander stellen dat de loonkosten gaan omhoog om mensen over te halen te gaan werken
  3. Sommigen stellen dat mensen meer vrijheid krijgen door het basisinkomen, anderen vinden dat het de keuzevrijheid beperkt door hogere belastingen
  4. Sommigen verwachten dat de productiviteit zal toenemen, anderen verwachten een afname
  5. Volgens sommigen wekt een basisinkomen luiheid in de hand, terwijl anderen verwachten dat mensen er ondernemender door worden  
Lees het volgende artikel over het basisinkomen: Is het basisinkomen betaalbaar?