woensdag 21 mei 2014

Zin en onzin over handelsovereenkomst EU en VS


Maandag een artikel in de Volkskrant over de afgesloten handelsovereenkomst tussen de VS en de EU. Deze overeenkomst heet Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP). In het artikel worden een aantal voor- en nadelen van deze overeenkomst genoemd.

Opvallend is dat er nogal eenzijdig naar gekeken wordt. De overeenkomst wordt vooral uitgelegd vanuit de zwakten van de EU en de sterkten van de VS. Maar er zullen natuurlijk ook effecten zijn die de sterkten van de EU verder uitbouwen t.o.v. de VS.

Zo wordt er gesproken over mogelijke desintegratie van de EU, doordat Groot-Brittannië minder afhankelijk zal zijn van handel met de EU. Maar het handelsakkoord is tussen EU en VS. Stapt Groot-Brittannië uit de EU, zal het daar niet meer van kunnen profiteren. Ze zullen het dan zelf moeten regelen. Als ze het vertrouwen hebben dat te kunnen, zal het niet bestaan van een handelsovereenkomst geen argument zijn om bij de EU te blijven.

Ook wordt er een opmerking gemaakt over de arbeidsvoorwaarden en sociale voorzieningen. We zouden daardoor binnen de EU een concurrentie-achterstand hebben t.o.v. de VS. Een handelsovereenkomst zou daardoor meer in het voordeel van de VS zijn. Stel nu dat dat zo is. Dan hindert ons dat al in de concurrentiestrijd binnen de VS. Het handelsakkoord verandert daar niets aan, maar zal eerder de kansen voor Europese op de Amerikaans markt vergroten. En evenzo zal het de kansen van Amerikaanse bedrijven op de Europese markt vergroten. De uitgangspositie is niet bepalend voor de verandering. Anderzijds heeft de Europese arbeidsmarkt dus blijkbaar meer te bieden dan de Amerikaanse. Dit betekent dat we dan dus meer Amerikaans talent naar Europa zouden moeten kunnen halen.

Tenslotte, en dit punt wordt in zijn geheel niet genoemd, zullen wijzigingen in de concurrentieverhoudingen altijd een effect op de euro-dollar-wisselkoers hebben. Mochten Amerikaanse bedrijven relatief veel voordeel hebben, dan zal zich dat uiten in een duurdere dollar, waardoor een groot deel van het concurrentievoordeel weer verdampt. In de tussentijd hebben onze pensioenfondsen veel geld in het buitenland uitstaan. Een hogere dollar zal dit geld meer waard laten zijn.

Ik ben een voorstander van het wegnemen van handelsbarrières, omdat het de economie stimuleert. Zeker tussen twee relatief even sterke handelsblokken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten